Introductie octrooien

Octrooien

actuele versie van 10 januari 2025

3 Octrooien

3.1 Inleiding

Met een octrooi word je eigenaar van jouw uitvinding.

Een octrooi is dus eigendom en daarmee kan je:

  1. anderen stoppen jouw uitvinding te gebruiken (exclusief gebruik), of
  2. anderen toestemming geven om jouw uitvinding te gebruiken.

Eigendom is per land via (inter-) nationale wet- en regelgeving vastgelegd. Dit geldt dus ook voor octrooien die immers onderdeel uitmaken van de industriële eigendomsrechten. Dit recht op een octrooi en het gebruik van de uitvinding is altijd afhankelijk van de wetgeving in het betreffende land.

De toepassing van een uitvinding is meestal niet alleen nuttig in een bepaald land, maar kan in vele landen nuttig worden gebruikt.

De wereld van uitvindingen is daarom multinationaal of wereldwijd.

Vanwege het wereldwijd gebruik van octrooien zijn er naast nationale wetten ook verscheidene belangrijke internationale verdragen. Deze worden geïntroduceerd in Octrooiwetten.

In daaropvolgende paragrafen worden de belangrijkste eigenschappen van octrooien behandeld.

Vanaf Inhoud octrooiaanvraag beschrijven we een uitgewerkt octrooi aan de hand van het algemeen voorbeeld (zie Een voorbeeld).

3.2 Octrooiwetten en verdragen

Ieder land heeft een eigen octrooiwet. Daarnaast zijn er verdragen voor regionale en internationale samenwerkingen. Een voorbeeld daarvan is het Europese Octrooiverdrag (EOV). Deze samenwerking zorgt ervoor dat de octrooiwetten van de 38 deelnemende landen geharmoniseerd zijn. Er is ook een wereldwijd verdrag voor een centrale wereldwijde octrooiaanvraag via de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom (WIPO) (193 deelnemende landen).

  • Het Nederlandse octrooirecht is vastgelegd in de Rijksoctrooiwet 1995 (ROW) Het Octrooicentrum Nederland verleent Nederlandse octrooien.
  • Het Europese octrooirecht is vastgelegd in het Europees Octrooiverdrag (EOV). Een Europees octrooi wordt door het Europees Octrooibureau (EOB) verleend. Deze Europese octrooien worden door de aanvrager in gewenste deelnemende landen geregistreerd en zijn alleen in die landen geldig.
  • De wereldwijde octrooiaanvraag is vastgelegd in de Patent Cooperation Treaty (PCT). Uit deze procedure komt echter geen verleend octrooi. Na deze centrale aanvraag gaat de octrooiaanvraag door naar de gewenste landen of regio’s.

3.3 Octrooirechten

Het octrooirecht regelt dat anderen de uitvinding niet commercieel mogen:

  • maken,
  • gebruiken,
  • verkopen, of
  • op voorraad mogen hebben.

Het octrooi is voor een periode van maximaal 20 jaar na de indieningsdatum van de octrooiaanvraag geldig.

De beperkingen die een octrooi uitoefent worden door de wetgeving van een betreffend land bepaald en kunnen dus sterk verschillen. Aan de andere kant zorgt het verdrag van Parijs (1883) voor harmonisatie.

In Europa beperkt een octrooi in het algemeen het commercieel maken, gebruiken, verkopen en op voorraad houden van de uitvinding, maar is het is wel toegestaan de uitvinding voor eigen gebruik (niet-commercieel) te gebruiken.

Je kan dus voor jezelf een Ferrari nabouwen, maar verkoop die niet aan je buurman, want dat is een commerciële handeling.

Het is onder voorwaarden ook toegestaan de uitvinding voor wetenschap en onderzoek te gebruiken, zonder vervolgd te worden voor inbreuk.

De rechtsgevolgen van een octrooi in Nederland staan beschreven in artikel 53 ROW.

Het octrooirecht kan niet meer worden gebruikt als de octrooihouder, of een ander met toestemming van de octrooihouder, het geoctrooieerde product heeft verkocht. Je mag dan met het geoctrooieerde product doen wat je wilt. Dit wordt uitputting genoemd. Dit is beschreven in artikel 53 lid 5 ROW.

3.4 Uitvindingen

Veel mensen hebben wel een beeld van wat een uitvinding is en wat uitvinders doen. Ze beschrijven dan een uitvinding bijvoorbeeld als een:

  • nieuwe ontwikkeling,
  • vaak ook technisch en
  • meestal een verbetering ten opzichte van bestaande technieken.

In formeler jargon wordt een uitvinding dan vaak ook beschreven als een technische oplossing voor een probleem.

In beschrijvingen over het octrooirecht is een uitvinding echter niet gedefinieerd!

De wetgever definieert wat niet als uitvinding wordt gezien. Theorieën en wiskundige methoden zijn bijvoorbeeld geen uitvindingen en daarmee uitgesloten van octrooien.

Verder moet een uitvinding ook industrieel toepasbaar zijn. Deze eis van industriële toepasbaarheid bakent het octrooirecht af van andere intellectuele eigendomsrechten.

De definities en vereisten van nieuwheid en inventiviteit zorgen ervoor dat technische ontwikkelingen en uitvindingen alleen als octrooieerbare uitvinding kunnen worden beschouwd als ze nog niet bekend zijn gemaakt en niet voor de hand liggen.

Voor een beschrijving van de uitzonderingen en de basisvereisten, zie artikel 2 ROW, artikel 52 EOV of artikel 33(1) PCT.

3.5 Waaraan moet een octrooi voldoen

Er zijn vele vereisten waaraan een octrooi moet voldoen. Naast formele vereisten, zijn er inhoudelijke vereisten. Formele vereisten zijn nodig voor de juiste verwerking van de aanvraag. Het octrooibureau moet bijvoorbeeld contact met de aanvrager kunnen opnemen en de aanvraag moet in de juiste taal zijn geschreven.

Om een octrooi te krijgen zijn de belangrijkste inhoudelijke vereisten dat de uitvinding:

  • nieuw,
  • inventief,
  • voldoende duidelijk beschreven moet zijn.

De uitvinding moet nieuw en inventief zijn, anders zou het octrooi niet bijdragen aan de algemene kennis en verbetering van de techniek. Het moet daarom ook duidelijk genoeg beschreven zijn.

3.5.1 Nieuwheid

Nieuw betekent dat de uitvinding niet eerder bekend is gemaakt. Om dit bepalen kan alle informatie worden gebruikt die openbaar toegankelijk is voor de vakman. Het is een objectief criterium, waarbij de vakman geacht wordt alle stand van de techniek te kennen.

Bij de beoordeling van nieuwheid (en inventiviteit) wordt alle informatie voor de indieningsdatum van de aanvraag meegenomen. Dit is de datum van eerste indiening: ‘first to file’.

Tot voor kort kende de Verenigde Staten een ander systeem: ‘first to invent’. Het moment waarop de uitvinder de uitvinding concipieert, was het moment van waaruit gerekend werd. Hoewel principieel juist, brengt dit allerlei problemen in bewijsvoering met zich mee als er conflicten ontstaan. Vandaar dat men in 2011 in de Verenigde Staten ook op het ‘first to file’-principe is overgestapt.

Documenten met een latere publicatiedatum dan de indieningsdatum kunnen niet de nieuwheid en ook niet de inventiviteit wegnemen.

Dus als niet alle eigenschappen van de uitvinding bekend zijn, is de uitvinding nieuw:

Een uitvinding wordt als nieuw beschouwd, indien zij geen deel uitmaakt van de stand van de techniek (zie ook artikel 4 lid 1 ROW, artikel 54 lid 1 EOV of artikel 33(2) PCT).

3.5.2 Stand van de techniek

De stand van de techniek is precies gedefinieerd in de octrooiwet:

De stand van de techniek wordt gevormd door al hetgeen voor de dag van indiening van de octrooiaanvrage openbaar toegankelijk is gemaakt door een schriftelijke of mondelinge beschrijving, door toepassing of op enige andere wijze (zie ook artikel 4 lid 2 ROW, artikel 54 lid 2 EOV of Regel 64 PCT).

Deze definitie bepaalt dat alle informatie, die op de wereld openbaar toegankelijk is, tot de stand van de techniek wordt gerekend. Dus ook de documenten in een kleine bibliotheek in een Chinees bergdorp. Een belangrijke beperking is dat de informatie openbaar toegankelijk moet zijn. Documentatie, zoals bijvoorbeeld technische tekeningen die in een bedrijf worden gebruikt, zijn normaal gesproken niet openbaar toegankelijk (wegens geheimhoudingsplicht). Deze documenten kunnen daardoor niet voor het beoordelen van de nieuwheid worden gebruikt.

De indieningsdatum is daarbij een belangrijke datum, want alles wat na deze datum openbaar is geworden heeft geen invloed op de octrooiaanvraag. Als dezelfde uitvinding op verschillende data wordt aangevraagd, dan heeft diegene die het eerste de aanvraag indient het recht op de uitvinding.

Iedere octrooiaanvraag wordt 18 maanden na de eerste indiening gepubliceerd. Het wordt daarmee ook een onderdeel van de stand van de techniek.

3.5.3 Inventief

Inventief zijn, betekent dat het voor de vakman niet voor de hand ligt om de verbetering of verandering, waarvoor bescherming wordt gevraagd, zo uit te voeren:

Een uitvinding wordt als het resultaat van uitvinderswerkzaamheid aangemerkt (=inventief), indien zij voor een deskundige niet op een voor de hand liggende wijze voortvloeit uit de stand van de techniek (zie ook artikel 6 ROW, artikel 56 EOV of artikel 33(3) PCT).

In de praktijk van de toetsing van octrooien betekent het niet inventief zijn, dat alle geclaimde eigenschappen bekend zijn uit een combinatie van twee uitvoeringen, beschreven in een of twee documenten. De vakman heeft daarbij ook een duidelijke aanwijzing om de twee uitvoeringen te combineren.

of

Als het enige verschil met een bekende uitvoering een voor de vakman voor de hand liggend alternatief is, dat hij op grond van zijn algemene kennis kent, dan wordt de uitvinding als niet inventief beschouwd. Bijvoorbeeld: Om iets op een muur op te hangen is een schroef een bekend alternatief voor een spijker.

3.5.4 Duidelijk en volledig

Bij een octrooi moet de uitvinding openbaar gemaakt worden. Dit moet op zo een wijze gedaan worden, dat het door de vakman kan worden uitgevoerd. Het is dus niet mogelijk om een octrooi te krijgen en je uitvinding geheim te houden. Zie ook artikel 25 lid 1 ROW, artikel 83 EOV en artikel 5 PCT.

Een perpetuum mobile is dan ook per definitie niet octrooieerbaar.1

Zaken die de vakman weet hoeven daarbij niet beschreven te worden. Bijvoorbeeld: Het is niet nodig om te beschrijven hoe iets moet worden vastgemaakt, als het voor de vakman duidelijk is dat het bijvoorbeeld kan worden gelast of gelijmd.

De vakman is gedefinieerd in het octrooirecht als kundige op het gebied van de uitvinding met brede vakkennis. De vakman kent alleen voor de hand liggende oplossingen voor problemen, maar kan zelf niet inventief worden.

3.6 Inhoud octrooiaanvraag

Een octrooiaanvraag bestaat uit de volgende onderdelen:

Beschrijving

De beschrijving bestaat uit een inleiding en een gedeelte met ten minste één complete uitvoering van de uitvinding. In de inleiding wordt kort beschreven wat de bekende stand van de techniek is, welke probleem deze bekende stand van de techniek nog heeft en een korte beschrijving van de oplossing (de uitvinding) voor dit probleem.

Claims (Conclusies in formeel Nederlands)

De claims definiëren de octrooibescherming. Deze claims zijn normaal als een set van claims opgezet. Er is een hoofdclaim en meerdere hiervan afhankelijke claims. De hoofdclaim biedt daarmee de grootste beschermingsomvang. De afhankelijke claims voegen verdere kenmerken toe en hebben daardoor een kleinere beschermingsomvang dan de hoofdclaim.

Figuren

De figuren zijn er om de uitvinding te verduidelijken.

De claims bepalen de omvang en soort van bescherming. De juridische bescherming van het octrooi wordt dus bepaalt door de claims. De claims zijn daarom op een juridische manier geschreven.

Voor een maximale bescherming probeert men de uitvinding zo algemeen mogelijk te beschrijven in de claims. Maar als de uitvinding te algemeen wordt beschreven, dan is de kans groter dat het niet nieuw of niet inventief is.

3.7 Publicatie octrooiaanvraag

18 maanden na de eerste indiening wordt de octrooiaanvraag gepubliceerd. In figuur 5 is de voorkant van de publicatie van de aanvraag van het PER.C6 voorbeeld te zien. Na de voorpagina volgen de pagina’s van de aanvraag zoals deze is ingediend. De hele publicatie is te zien in WO 97/00326 A1.

Dit is de A publicatie (zie de A1 code in het publicatienummer WO 97/00326 A1). De A publicatie is de publicatie van de octrooiaanvraag. De volgende publicatie is de B publicatie. De B publicatie is de publicatie van het verleende octrooi.

Figuur 5: Voorkant van WO 97/00326 A1

Bilbiografische gegevens staan op de eerste pagina van de octrooipublicatie. De volgende gegevens zijn de meest interessante:

Titel (Title)

geeft een snelle indicatie van de inhoud.

Samenvatting (Abstract)

is een korte samenvatting van de inhoud.

Figuur naast de samenvatting

is meestal een afbeelding die representatief is voor de uitvinding.

Andere gegevens zijn interessant om de juridische eigenschappen van het octrooidocument te controleren:

Aanvrager (Applicant)

is diegene die de octrooiaanvraag heeft ingediend en is normaal ook diegene die de octrooirechten bezit.

Uitvinder (Inventor)

is een of zijn meerdere personen die significant hebben bijdragen aan de uitvinding. In het octrooirecht van de VS is de uitvinder diegene die de octrooirechten heeft, terwijl in andere landen dat de aanmelder is.

Prioriteitsdatum (Priority data)

is de datum van de eerste octrooiaanvraag waarvoor een prioriteit wordt gevraagd. De octrooirechten beginnen vanaf deze datum. In dit geval zijn er twee Europese documenten (EP 95201611 van 15 en 9521728 van 26 juni 1995) waarmee prioriteit is aangevraagd.

Datum van de aanvraag (Filing date)

is de datum van indiening van de octrooiaanvraag.

Aangewezen landen (Designated states)

zijn de landen waarvoor octrooibescherming is gevraagd op het moment van indiening van de PCT aanvraag. De PCT procedure wordt gebruikt om een wereldwijde octrooiaanvraag te doen.

Publicatie datum (Publication date)

is de datum waarop de octrooiaanvraag is gepubliceerd. Het is vanaf deze datum zichtbaar voor iedereen. Voor deze datum was de aanvraag nog geheim.

Er zijn ook administratieve gegevens genoemd:

Document nummer (Publication number)

is een uniek nummer om het octrooidocument te identificeren. Het geeft ook informatie over het type document. De eerste letters zijn een landcode. In dit geval WO, voor een PCT aanvraag. Andere codes zijn bijvoorbeeld EP voor de Europese procedure bij het Europees Octrooi Bureau (EOB), NL voor Nederland, US voor de Verenigde Staten, DE voor Duitsland, etc. Er is ook een kind code. In dit geval A1. Deze code wordt gebruikt voor een octrooiaanvraag met search report. Als een octrooi wordt verleend, dan wordt vaak een B code gebruikt.

Aanvraag nummer (Application number)

is een nummer dat de aanvraag krijgt wanneer het wordt ingediend.

Er staan ook classificatiecodes op het document. Deze worden gebruikt bij het zoeken.

3.8 Claims

De claims (conclusies in formeel Nederlands) bepalen de omvang van de bescherming van het octrooi. Meestal is er een hoofdclaim met meerdere afhankelijke claims. De afhankelijke claims definiëren verdere kenmerken van de uitvinding.

De functie van de afhankelijke claims is specifiekere claims te hebben in het geval de hoofdclaim niet stand houdt in de toetsing van de octrooiaanvraag of bij een rechtszaak.

3.8.1 Claim van het PER.C6 voorbeeld

De hoofdclaim in deze lifesciences and health octrooiaanvraag is als volgt opgesteld (WO 97/00326 A):

A recombinant nucleic acid molecule based on or derived from an adenovirus having at least a functional encapsidating signal and at least one functional Inverted Terminal Repeat or a functional fragment or derivative thereof and having no overlapping sequences which allow for homologous recombination leading to replication competent virus in a cell into which it is transferred.

De taal in de claim is een stuk ingewikkelder dan de taal die je normaal zou kunnen gebruiken om de uitvinding te beschrijven. De uitvinding is ook te beschrijven als:

De minimale onderdelen (functional inverted repeats, functional incapsidated signals) van een adenovirus DNA die nodig is om in cellen te vermenigvuldigen.

Een reden voor deze ingewikkelde taal in claims is dat de tekst een juridische tekst is. De uitvinding moet juridisch duidelijk beschreven worden. De formulering in de claim beschrijft een functionele groep en een signaal die nodig zijn om de therapie mogelijk te maken. Er zijn bepaalde woorden gebruikt zoals ‘based on’ of ‘derived from’ en ‘derivative therof’ waarmee de vinding wel wordt gedefinieerd maar meteen niet teveel wordt beperkt.

3.8.2 Test voor nieuwheid

Zoals eerder genoemd, moet een octrooi nieuw zijn. In het search report in de publicatie van de octrooiaanvraag in WO 97/00326, is te zien dat er meerdere documenten als stand van de techniek zijn geciteerd. Het search report, rapport van het onderzoek naar de stand van de techniek genoemd in formeel Nederlands, wordt door de examiner gebruikt voor de toetsing van nieuwheid en inventiviteit van de octrooiaanvraag. Meerdere documenten beschrijven de kenmerken van de claims waardoor ze schadelijk zijn voor de nieuwheid van de geclaimde vinding in de octrooiaanvraag.

Hieronder wordt gedemonstreerd hoe het bepalen van de nieuwheid kan worden uitgevoerd. Het begint met het opdelen van de claim in afzonderlijke kenmerken. Daarna wordt bepaald of deze kenmerken gezamelijk bekend zijn in een document van de stand van de techniek. Voor deze oefening wordt het eerste document in het search report gebruikt. Dit document met nummer WO 94/28152 is in WO 94/28152 te vinden.

Probeer zelf het antwoord te vinden voordat je het antwoord bekijkt.

Kenmerken claim 1 van de octrooiaanvraag Waar te zien in WO 94/28152 A?
A recombinant nucleic acid molecule based on or derived from an adenovirus
having at least a functional encapsidating signal
and at least one functional Inverted Terminal Repeat or a functional fragment or derivative thereof
having no overlapping sequences which allow for homologous recombination leading to replication competent virus in a cell into which it is transferred

Na het lezen van deze tabel is duidelijk dat claim 1 kan niet worden verleend vanwege gebrek aan nieuwheid, immers alle kenmerken zijn al beschreven document WO 94/28152.

Bovendien geeft de examiner aan dat er een essentieel kenmerk ontbreekt. In de claim wordt een recombinant adenovirus beschreven waarbij bepaalde aanpassing zijn gemaakt om te voorkomen dat er competente adenovirussen kunnen ontstaan. Maar voor het produceren van de recombinant adenovirussen wordt gebruik gemaakt van een specifieke cellijn die dus ook moet worden beschreven in de claim.

3.9 Procedures octrooiaanvraag

Octrooien kunnen in verschillende landen, maar ook regionaal worden aangevraagd. In Europa kan een Europees octrooi worden aangevraagd bij het Europees Octrooibureau (EOB). Een wereldwijde octrooiaanvraag kan via de PCT procedure worden aangevraagd bij het WIPO.

Deze verschillende procedures voor aanvraag van een octrooi hebben grote overeenkomsten, maar ze zijn niet hetzelfde. Daarom worden hieronder de verschillende procedures beknopt beschreven. Als laatste worden de gekozen procedures van het voorbeeld beschreven.

3.9.1 EP octrooiaanvraag

Als eerste wordt de procedure voor een octrooiaanvraag voor een Europees octrooi (EP) behandeld. Deze procedure is vergelijkbaar met de procedure voor een octrooiaanvraag in vele landen. In figuur 6 is een overzicht van de EP procedure weergegeven.

Figuur 6: EP procedure

De aanvraag begint met de indiening van de aanvraag bij het octrooibureau. Het eerste inhoudelijke antwoord op de aanvraag is een search report. In het search report is de meest relevante stand van de techniek genoemd. Deze stand van de techniek wordt gebruikt bij de beoordeling van de vereisten. Deze beoordeling van de vereisten vind tijdens de toetsing plaats. Naast het search report wordt ook een schriftelijke opinie meegestuurd. In de schriftelijke opinie zijn eventuele bezwaren tegen de verlening opgeschreven. Niet nieuw zijn of een gebrek aan inventiviteit zijn de meest bekende bezwaren.

De aanvraag wordt 18 maanden na de eerste indieningsdatum gepubliceerd. Tot dit moment is de aanvraag geheim. Vanaf dit moment is de uitvinding in de hele wereld bekend.

Voordat het octrooi verleend wordt, wordt er eerst getoetst of de aanvraag aan alle voorwaarden voldoet. Indien niet aan alle voorwaarden voldaan is, wordt een brief geschreven door de examiner en naar de aanvrager gestuurd. In deze brief staan de bezwaren en dat de aanvraag dus niet verleend kan worden. De aanvrager heeft de mogelijkheid deze bezwaren weg te nemen door bijvoorbeeld de claims aan te passen. Deze ronde van bezwaren en wijzigingen kan meerdere keren plaats vinden. Eventueel kan er ook nog een mondelinge zitting plaats vinden om tot een besluit te kunnen komen.

Als er geen bezwaren zijn, dan wordt de aanvraag verleend. Er is ook de mogelijkheid dat de aanvraag wordt afgewezen als de bezwaren niet worden overkomen.

Na de verlening moet het octrooi in de gewenste landen in Europa worden gevalideerd bij de nationale octrooibureaus. Het Europese octrooi wordt dan dus een bundel nationale octrooien.

3.9.2 NL octrooiaanvraag

De Nederlandse procedure voor een octrooi is eenvoudiger dan bijvoorbeeld de Europese procedure. De Nederlandse procedure is weergegeven in figuur 7. Een vergelijkbare procedure wordt ook toegepast in andere landen, zoals bijvoorbeeld België.

Figuur 7: NL procedure

Het grote verschil met bijvoorbeeld de EP procedure is dat er geen toetsing plaats vindt. De octrooien worden automatisch samen met de publicatie verleend. Dus ook octrooien die niet aan de vereisten voldoen. Met de gegevens van het search report en de bijbehorende schriftelijke opinie moet dan worden ingeschat in hoeverre de octrooihouder zijn octrooirechten kan uitoefenen. Een eventuele rechtszaak hierover geeft dan meer duidelijkheid.

3.9.3 PCT octrooiaanvraag

De PCT (Patent Cooperation Treaty) procedure, voor de wereldwijde octrooiaanvraag, is schematisch weergegeven in figuur 8. De enkele centrale aanvraag voor de meest relevante landen in de wereld is het voordeel van de PCT procedure ten opzichte van de nationale of regionale procedures.

Figuur 8: PCT procedure

Er zijn echter 2 kenmerken die een belangrijk verschil zijn met de andere procedures:

  1. De PCT procedure eindigt na 30 maanden. Er is dan geen verleend octrooi.
  2. De toetsing is optioneel.

De procedure om een octrooi te krijgen moet worden voortgezet in regionale of nationale procedures. Dus de PCT procedure is alleen het begin van de octrooiprocedure. De optionele toetsing is daarom ook geen besluit tot verlening of afwijzing, maar een opinie over de octrooieerbaarheid.

Het uitstel van de keuze van de gewenste landen en daarmee ook een uitstel van kosten is een reden waardoor veel voor de PCT procedure wordt gekozen. Verder hoeft er maar 1 keer voor een search report betaald te worden, omdat het search report uit de PCT fase in de latere nationale of regionale toetsing wordt gebruikt. Als in verschillende landen parallel zou worden aangevraagd, dan moeten deze kosten in al deze landen worden gemaakt.

De PCT procedure is daarom interessant als verwacht wordt dat octrooirechten in meerdere landen in verschillende regio’s gewenst zijn.

3.9.4 Prioriteitsjaar

Meestal kan pas na de ontvangst van het search report beoordeeld worden of het voortzetten van de aanvraag nut heeft. Daarom hebben de meeste landen de regel dat gedurende 1 jaar de prioriteit van een eerdere aanvraag uit een ander (of zelfde) land kan worden gebruikt. De aanvrager heeft dan een jaar de tijd om te bepalen in welke landen nog een octrooi gewenst is. De latere aanvraag krijgt dan de prioriteitsdatum van de eerdere aanvraag. Het is dan alsof de latere aanvraag toch op de eerdere datum is ingediend. (zie ook artikel 9 ROW, artikel 87 – 89 EOV of artikel 8 PCT).

Dit prioriteitsrecht kan ook voor regionale procedures zoals de EP procedure of voor de PCT procedure gebruikt worden. Het is dus mogelijk om in een land te beginnen met de octrooiaanvraag en dan binnen 1 jaar de wereldwijde aanvraag te doen. Je hebt dan de mogelijkheid om het nut van de octrooiaanvraag in te kunnen schatten voordat er grotere kosten gemaakt moeten worden.

3.9.5 Procedure van het PER.C6 octrooi

In figuur 9 is een overzicht van de aanvraag van de uitvinding tot aan de verlening weergegeven.

Figuur 9: Procedure van het PER.C6 octrooi

Er zijn eerst twee EP aanvragen ingediend voor de uitvinding. Deze heeft men laten vervallen voor de publicatie.

Binnen de periode van een jaar na deze eerste aanvragen is op 14 juni 1996 de octrooiaanvraag via de PCT procedure ingediend. Deze aanvraag heeft daarbij de prioriteit van de twee EP aanvragen gebruikt. Deze aanvraag bevat naast een korte samenvatting ook een meer algemene beschrijving, met daarnaast wetenschappelijke artikelen en resultaten van onderliggend onderzoek.

Een aanvraag wordt 18 maanden na de indiening gepubliceerd en kan binnen het prioriteitsjaar worden voortgezet via verschillende aanvraagprocedures.De PCT procedure eindigt na 30 maanden.

Er is besloten om na de PCT fase door te gaan via verschillende nationale octrooiaanvraagprocedures en de EP aanvraagprocedure. Via de EP procedure zijn uiteindelijk in 19 Europese landen octrooien verleend: Oostenrijk (AT), België (BE), Zwitserland (CH), Duitsland (DE), Denemarken (DK), Estland (ES), Finland (FI), Frankrijk (FR), Verenigd Koninkrijk (GB), Griekenland (GR), Ierland (IE), Italië (IT), Liechtenstein (LI), Luxemburg (LU), Monaco (MC), Nederland (NL), Portugal (PT), Zweden (SE) en Slovenië (SL). Daarnaast zijn er ook in Australië (AU), Canada (CA), Hong Kong (HK), Israël (IL), Japan (JP), Korea (KR), en de Verenigde Staten (US) octrooien verleend.

Hoewel we dat niet weten kunnen we er in eerste instantie vanuit gaan dat het marktpotentieel voor het gebruik van de PER.C6 technologie een belangrijke rol heeft gespeeld in de keuze om octrooien aan te vragen in bovengenoemde landen.

3.9.6 Verleende PER.C6 octrooi

Uit het international report van de octrooiaanvraag voor de PER.C6 technologie blijkt dat er drie documenten gevonden zijn die een deel van de nieuwheid van de uitvinding wegnemen. Tijdens de examination zijn de ingediende claims aangepast. De hoofdclaim zoals beschreven in het verleende octrooi luidt als volgt (waarbij de tekst in italics het verschil aangeeft ten opzichte van de ingediende claim):

A pakaging system comprising: a recombinant nucleic acid molecule based on or derived from an adenovirus, said nucleic acid molecule having at least a functional encapsidating signal and at least one functional Inverted Terminal Repeat or a functional derivative thereof, and having a packaging cell said recombinant nucleic acid and said packaging cell together comprising all elements which are necessary to generate a a recombinant adenoviral particle comprising said recombinat nucleic acid molecule wherein said recombinant nucleic acid molecule has no overlapping sequences which allow for homologous recombination leading to replication competent virus in said packaging cell.

Er zijn een aantal kenmerken aan de hoofdclaim toegevoegd op basis van het nieuwheidsonderzoek en examination. Nadat eerder in de examination was geconstateerd dat de vinding een essentieel kenmerk miste is dit in de nieuwe hoofdclaim toegevoegd.

Je kunt zien dat de beschermingsomvang zoals beschreven in de conclusies in het uiteindelijk verleend octrooi kleiner is dan in de eerste octrooiaanvraag.

De claims kunnen worden aangepast met aanvullende kenmerken die worden genoemd in de afhankelijke claims of de beschrijving. Met deze extra kenmerken is het mogelijk de bezwaren tegen de verlening van het octrooi te overkomen. Deze kenmerken moeten al in de octrooiaanvraag beschreven zijn, omdat deze niet later, na de indiening van de aanvraag, mogen worden toegevoegd.

3.9.7 Octrooifamilie

Uit het voorbeeld heb je gezien, dat vanuit een eerste octrooiaanvraag meerdere gelijke verleende octrooien in de verschillende landen zijn voortgekomen. Deze octrooiaanvragen en verleende octrooien hebben praktisch dezelfde inhoud. Ze zijn echter wel allemaal apart gepubliceerd.

De meeste van deze publicaties zijn in de octrooidatabanken opgenomen. Echter, als je gaat zoeken, dan wil je niet iedere publicatie met dezelfde inhoud apart zien. Dat is niet nuttig. Als je eentje hebt gezien, dan weet je ook de inhoud van de andere publicaties.

In de octrooidatabanken zijn de publicaties daarom per familie gegroepeerd. Een familie van octrooien is dus een verzameling van octrooiaanvragen en octrooien die dezelfde inhoud hebben. De groepering wordt automatisch uitgevoerd, waarbij de relatie met de eerste indiening wordt gebruikt om de documenten te groeperen. Dit kan echter soms niet correct zijn, als er een niet standaard procedure gevolgd is.

3.10 Na de verlening van het octrooi

Na de verlening van het octrooi is pas duidelijk wat precies de omvang van de octrooibescherming is. Daarom is het octrooi pas echt te gebruiken om anderen te stoppen als het octrooi verleend is. Het werk aan het octrooi en ook de kosten en zelfs risico’s zijn dan echter nog niet voorbij.

De volgende activiteiten vragen nog het nodige:

  1. Pontentieel inbreuk op je octrooi moet je zelf ontdekken. Je moet dus goed opletten welke concurrent eventueel inbreuk maakt.

  2. Het stoppen van een mogelijke inbreuk moet je ook zelf organiseren. Eerst de potentiële inbreuk pleger waarschuwen en misschien uiteindelijk een rechtszaak aanspannen. Een rechtszaak zal het nodige kosten. Daar zal rekening mee moeten worden gehouden bij beslissingen bij de te volgen strategie.

  3. Ook als je octrooi verleend is, dan kan je deze nog verliezen. In de EP procedure is er nog een oppositie procedure mogelijk binnen 9 maanden na de verlening. Bij een oppositie procedure kunnen derden bezwaar maken tegen het verleende octrooi. Het kan dan gebeuren dat het octrooi alsnog wordt afgewezen. Het is ook mogelijk dat het octrooi moeten worden aangepast. Dit is vergelijkbaar met de toetsing voor het verlenen van het octrooi.

    Het octrooi kan ook later via de rechter worden aangevallen door derden. Ook dan is het mogelijk dat het octrooi nietig wordt verklaard. Deze stap wordt meestal door derden genomen als ze beschuldigd worden van inbreuk.

  4. Om ervoor te zorgen dat de octrooirechten niet onnodig lang blijven bestaan, moet er een jaarlijkse instandhouding worden betaald. Als er niet betaald wordt, dan vervalt het octrooi. Indien het octrooi niet genoeg economische waarde heeft, dan is het waarschijnlijk beter om het niet langer in stand te houden.

Uit het voorgaande wordt duidelijk dat de publicaties in de octrooidatabanken geen informatie over de status van een octrooi geven. Deze status moet in de octrooiregisters worden opgezocht. Ieder land heeft een eigen octrooiregister om deze status te administreren. Enkele links naar deze registers zijn in IE Databanken te vinden.


  1. ↩︎