5 Modellen
5.1 Inleiding
Modelrecht biedt de mogelijkheid om het uiterlijk, ook wel design of vormgeving, van een product te beschermen. Een model kan worden verleend en daarmee beschermd indien het nieuw is en een eigen karakter heeft. De karakteristieke vormgeving van een product kan door het vastleggen in het modelrecht jouw eigendom worden.
Een modelrecht moet, net als veel andere IE-rechten, worden geregistreerd. Bij BOIP kan een Benelux model worden aangevraagd dat geldig is in de gehele Benelux. Bij EUIPO kan een Uniemodel worden aangevraagd dat geldig is in de gehele Europese Unie. Daarnaast kan er een internationaal model worden aangevraagd via WIPO.
Een model is vijf jaar geldig en kan steeds, tegen betaling van taksen, met vijf jaar worden vernieuwd, tot een maximum van 25 jaar. Een modelrecht biedt de mogelijkheid om op te treden tegen andere partijen die een product verkopen met de karakteristieke vormgeving van jouw model.
5.2 Modellenregelgeving
De regels voor Beneluxmodellen zijn opgenomen in het Benelux-Verdrag inzake de intellectuele eigendom (BVIE). Hiervan zijn een aantal artikelen die behandeld worden te vinden in Gedeeltes van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (tekeningen of modellen).
Voor Uniemodellen zijn de regels te vinden in de Uniemodellen verordening (nu nog Verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad van 12 december 2001 betreffende Gemeenschapsmodellen VGMo). Hiervan zijn een aantal artikelen die behandeld worden te vinden in Gedeeltes van de Gemeenschapsmodellenverordening.
5.3 Wat zijn modellen?
Modellen gaan over het uiterlijk van een product of een deel ervan. Denk bijvoorbeeld aan een nieuw model koptelefoon, horloge, tas of kinderwagen, zoals de Bugaboo. Ook tweedimensionale voortbrengselen, die in het BVIE ‘tekeningen’ worden genoemd, kunnen als model worden beschermd. Denk bijvoorbeeld aan het patroon op behang, textiel, tegels of serviesgoed.
Volgens artikel 3.1 lid 3 BVIE of artikel 3 VGMo wordt het uiterlijk van een product afgeleid uit de kenmerken van met name de lijnen, de omtrek, de kleuren, de vorm, de textuur, de versiering of de materialen van het product.
5.4 Waaraan moet een model voldoen?
Een model moet in de eerste plaats nieuw zijn. Op grond van artikel 3.3 lid 1 BVIE en artikel 5 VGMo wordt een model als nieuw beschouwd als er niet eerder een identiek model voor het publiek beschikbaar is gesteld. Zodra een model bijvoorbeeld is gepubliceerd op een website, in een reclamefolder of is tentoongesteld op een beurs is het model publiekelijk beschikbaar en daarmee niet meer nieuw.
Daarnaast moet een model een eigen karakter hebben. Dat betekent volgens artikel 3.3 lid 2 BVIE of artikel 6 VGMO dat het model een andere indruk wekt dan de indrukken van eerdere modellen. Voor deze vergelijking van indrukken wordt uitgegaan van de geïnformeerde gebruiker.
Wanneer de kenmerken van een model een technische functie hebben, dan kan modelrecht niet gebruikt worden. Voor de bescherming van een technische functie bestaat het octrooirecht.
5.5 Modelaanvraag procedure
Een modelrecht wordt verkregen door registratie via een modelaanvraag bij bijvoorbeeld BOIP, EUIPO of WIPO. Deze instanties toetsen echter niet of een model nieuw is en een eigen karakter heeft. Wel worden enkele formele vereisten gesteld (artikel 3.9. BVIE of artikel 35 VGMo). Zo moet de afbeelding van het uiterlijk van het product voldoende duidelijk zijn en moet er een taks betaald worden.
Indien het model voldoet aan de formele vereisten, wordt het model ingeschreven in het modellenregister. Dit register is voor iedereen vrij toegankelijk en is te vinden via de websites van BOIP, het EUIPO of via DesignView. Het is raadzaam om voorafgaand aan een modelregistratie in elk geval het modellenregister te raadplegen en te kijken wat er al op de markt is (vakliteratuur, internet search) en zo na te gaan of het model nieuw is en een eigen karakter heeft.
5.5.1 Modelinschrijvingen uit het Bugaboo voorbeeld
In het modellenregister zijn verschillende gegevens te vinden over een model, zoals de houder van het model, de aanvraagdatum, geldigheidsduur en het uiterlijk van het model. In Afschriften uit het Euipo modellenregister vind je enkele voorbeelden van Uniemodelinschrijvingen voor de Bugaboo kinderwagen. In figuur 13 zie je een voorbeeld van een model van Bugaboo.

5.5.2 Nietigheidsprocedure
Een andere partij kan de nietigheid vorderen als het model al is ingeschreven in het register. Dit gebeurt bijvoorbeeld omdat het model niet nieuw is, geen eigen karakter heeft of uitsluitend technisch is bepaald. Voor een Benelux model moet zo’n procedure bij de rechter worden gevoerd. In het geval van een Uniemodel dient in beginsel de nietigheid te worden gevorderd bij het EUIPO.
5.6 Handhaving van modellen
Het is aan de eigenaar van het model om in de gaten te houden of iemand anders een product gebruikt of maakt dat te veel op het model lijkt. Als je een product ontdekt dat lijkt op jouw model zul je zelf actie moeten ondernemen om de verkoop van het product te stoppen. Ook kun je er voor kiezen om niets met je modelrecht te doen.
5.6.1 Rechten van de modelhouder
De rechten van de modelhouder zijn te vinden in artikel 3.16 BVIE en artikel 19 VGMo. Een modelhouder kan zich verzetten tegen het gebruik van een product waarin het model is verwerkt of toegepast. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer het product hetzelfde uiterlijk vertoont als het geregistreerde model of bij de geïnformeerde gebruiker dezelfde indruk als het model wekt.
Bij de beoordeling of een model dezelfde indruk wekt moet rekening worden gehouden met de aard van het product en de bedrijfstak. Zo hebben ontwerpers in de ene bedrijfstak minder vrijheid van ontwerp dan in de andere bedrijfstak, bijvoorbeeld omdat aan bepaalde wettelijke voorschriften en technische vereisten moet worden voldaan. Hoe minder vrijheid de ontwerper heeft bij de ontwikkeling, hoe groter de kans dat kleine verschillen tussen modellen voldoende zijn om een andere indruk te wekken.
In het Bugaboo voorbeeld zou Bugaboo op basis van haar Uniemodel inschrijvingen (zie enkele voorbeelden in Afschriften uit het EUIPO modellenregister) kunnen optreden tegen de handel in kinderwagens die dezelfde algemene indruk wekken als de Bugaboo kinderwagen.
5.6.2 Beperkingen
Er zijn bepaalde situaties waarin de modelhouder niet kan optreden op basis van zijn model. Deze beperkingen zijn opgenomen in artikel 3.19 BVIE en artikel 20 VGMo. Zo kan een modelhouder niet optreden tegen verdere verkoop van zijn producten indien deze door hemzelf of met zijn toestemming in de EU (of Europese Economische Ruimte) in de handel zijn gebracht. Bij de verkoop heb je hiervoor geld ontvangen en heb je als modelhouder het modelrecht gebruikt. Dit wordt uitputting genoemd (zie ook artikel 3.19 lid 4 BVIE en artikel 21 VGMo). Ook kan de modelhouder zich bijvoorbeeld niet verzetten tegen handelingen in de particuliere sfeer en handelingen voor experimentele doeleinden.